Vacature alert!Bekijk de vacature

Snowsafety

Om uw wintersportvakantie zowel op de piste als naast de piste veilig te laten verlopen
is het goed om bij een aantal dingen stil te staan

Er is een groot verschil tussen het skiën op een geprepareerde en op een ongeprepareerde piste (offpiste). Op deze pagina wordt uitgelegd wat u kunt doen om de veiligheid voor u en andere wintersporters zo hoog mogelijk te houden.

Draag een helm!

Vanuit Skischool Drachten adviseren wij om een helm te dragen tijdens het wintersporten. In Italië en het grootste gedeelte van Oostenrijk is dit voor kinderen tot 15 jaar al verplicht. Tijdens het skiën kunnen er gemakkelijk snelheden boven de vijftig kilometer per uur gehaald worden, wanneer dit zonder helm gebeurt is dit onverstandig en gevaarlijk. Een helm is lekker warm en beschermt het meest kwetsbare gedeelte van uw lichaam.

Stel uw bindingen goed af!

Heeft u eigen skis? Laat uw bindingen eens checken, na jarenlang gebruik veranderd de instelling soms. Hierdoor kan het gebeuren dat bij een valpartij uw binding niet open gaat, met blessures tot gevolg. Skischool Drachten heeft een gecertificeerde binding afstelmachine waarop uw bindingen up to date en op uw eigen lengte, gewicht en skiniveau afgesteld kan worden. Kosten €10,- per set ski’s.

Houd de officiële piste regels in acht!

De Internationale Ski Federatie (FIS) heeft in 1967 tien "ski-verkeersregels" opgesteld. Deze regels worden algemeen erkend als grondslag voor de rechtspraak. Elke skiër wordt geacht van deze regels op de hoogte te zijn - niet alleen om de veiligheid van jezelf èn van anderen te waarborgen, maar ook voor het geval je in een geschil verwikkeld raakt.

De officiële piste regels

1. Rekening houden met anderen

Iedere skiër of snowboarder moet zich zo gedragen, dat hij een ander niet in gevaar brengt of schade berokkent.

2. Beheersen van snelheid en skistijl

Iedere skier of snowboarden moet te allen tijde op tijd kunnen stoppen of uitwijken. Hij moet zijn snelheid en wijze van skiën of boarden aanpassen aan zijn vaardigheid, de conditie van de piste, de sneeuw- en weersomstandigheden, als ook aan de drukte op de piste.

3. Keuze van het spoor

De van achteren komende skier of snowboarder moet zijn skispoor zo kiezen, dat hij wintersporters voor zich niet in gevaar brengt.

4. Inhalen

Inhalen mag van boven of van beneden en van rechts of van links, mits op zodanige afstand dat de ingehaalde op geen enkele wijze in zijn bewegingen wordt belemmerd.

5. Invoegen en weer verder skien

Een skiër/snowboarder die zich (weer) op de piste wil begeven of een piste wil kruisen, moet zich er van gewissen, dat hij daarbij anderen of zichzelf niet in gevaar brengt, dat geldt ook na iedere stop.

6. Smalle plaatsen

Niemand mag zonder noodzaak op nauwe onoverzichtelijke gedeelten van een afdaling stil staan, wie op zo`n helling valt of wil stoppen, moet zo snel mogelijk de weg vrijmaken en aan de kant gaan.

7. Stijgen/dalen/lopen

Een klimmende skiër of snowboarder mag alleen de zijkant van een afdalingstraject (piste ) gebruiken.

8. Letten op tekens

Iedereen zal de aanwijzingen van de pistedienst moeten opvolgen en de borden respecteren.

9. Verlenen van hulp

Bij ongelukken is iedereen verplicht hulp te bieden.

10. Legitimatieplicht

Iedereen, getuige of betrokkene, verantwoordelijke of niet, moet bij ongevallen zijn of haar persoonsgegevens te verstrekken.